Ik werk met veel plezier in het ziekenhuis en ook op de corona-afdeling. Ik gun al die mensen die het zo spannend vinden hun boodschappen te doen, een leven met minder angst. Ze lopen met een grote boog om andere mensen heen en verwilderd poetsen ze het handvat van hun winkelwagentje virusvrij. Volgens de supermarkttheorie is dat handvat gevaarlijk en kan die je ernstig ziek maken, maar hoe zinvol is dat poetsen eigenlijk? Ik zou zo graag deze mensen eens uitnodigen om een keer mee te kijken op de corona-afdeling. Werken op deze afdeling is niet spannend, het werkt bevrijdend!
Ik open de deuren van de afdeling. Een oude man met corona wordt door mijn collega in de rolstoel naar buiten gereden. Hij lacht: ‘ik ga mooi naar huis!’ Met een rolstoel vol bagage en daaronder ergens een patiënt loop ik weg. Ik kan amper sturen, de bagage dat volgens de supermarkttheorie vol virus zit, tikt irritant tegen mijn uniform. In de gangen van het ziekenhuis dragen we namelijk geen beschermende kleding en volgens de supermarkttheorie zit mijn uniform nu dus vol virussen. Ik word er echter niet ziek van.
Volgens de supermarkttheorie loop ik met een patiënt vol virussen door de gangen van het ziekenhuis. Bij de liften groeten de bezoekers ons vriendelijk. Wij groeten hen vriendelijk terug. Zouden dat die mensen zijn die in de supermarkt zo bang zijn? Verbazingwekkend wordt geen van deze toeschouwers ziek van deze patiënt vol virussen die volgens de supermarkttheorie nu overal aan vast moeten kleven. Ik help de patiënt in de taxi. De chauffeur gooit de deur dicht. Ik zwaai hem uit en loop het ziekenhuis weer in. Ik heb een voldaan gevoel, weer iemand genezen.