Maart 2020

Hé, wat hoor ik nou’, zeg ik tegen mijn collega’s. Covid-19 is een feit in Nederland en geeft veel onrust onder het zorgpersoneel. Waar hebben we mee te maken? Wat kunnen we verwachten? Zo ook bij mij op de afdeling, het gesprek gaat alleen nog daarover. Na onze pauze zijn we net weer opgestart met de patiëntenzorg. 

Vitale functies meten, medicatie delen en persoonlijke verzorging als we buiten geluid horen. We zitten op een van de bovenste verdiepingen van het gebouw en het geluid is zo hard, dat we het boven zelfs horen. Ik hoor een daverend applaus voor de zorg. Ik open snel het raam van onze verpleegpost. Van daaruit kan ik precies op de hoofdingang kijken, waar mensen luidkeels staan te juichen en te applaudisseren. Snel pak ik mijn mobiel en film dit moment. Dat zoveel mensen naar het ziekenhuis zijn gekomen om voor ons te applaudisseren vind ik echt heel mooi. Het raakt me. Het is een hart onder de riem in deze onzekere tijden. Mijn collega’s en ik werken dan wel niet op de covid-afdeling, maar het hele ziekenhuiswezen wordt er wel door geraakt. Operaties die worden afgeschaald, poliafspraken afgezegd, kantoorpersoneel dat ineens thuis moet werken en ga zo nog maar even door.

In de maanden daarna ontvangen we veel cadeautjes uit diverse hoeken. Bloemen, chocolade paaseitjes, een plantje, ijsjes, Rituals, noem maar op. Ook krijgen we veel zelfgemaakte tekeningen en kaarten vanuit scholen. Dat bemoedigd ons.

De eerste golf was heftig voor de collega’s op de covid-afdeling. Wat hebben mijn collega’s het zwaar gehad in die pakken. Bij ons op de afdeling is het ook zwaar, maar op een andere manier. Naast ons eigen specialisme krijgen we er nog patiënten erbij van andere specialismen, om zo de zorg te waarborgen. Dat is lastig als je daar minder van weet en zo te maken hebt met nog meer verschillende artsen. De werkdagen zijn onrustig en onvoorspelbaar, de beddendruk wisselt. Soms liggen we vol en soms zijn er weinig patiënten. We moeten wel aanwezig zijn, voor het geval er ineens heel veel covid-patiënten binnen komen en er extra hulp nodig is op de covid-afdelingen.

Gelukkig komt er een einde aan de eerste golf en is het rustig in de zomer met corona. Nu begint voor ons de drukte opnieuw, want heel veel operaties moeten worden ingehaald.

Aan het einde van de zomer wordt er door  de SP en de PVDA meerdere keren een motie ingediend in de Tweede Kamer voor salarisverhoging in de zorg. De eerste twee keren zijn er mensen afwezig en wordt de motie afgewezen. Dat voelt echt als een stomp in mijn maag! Hoe kun je als regering dit zeggen, nadat is gebleken hoe hard wij als zorgmedewerkers nodig zijn? De afgelopen jaren is er zoveel bezuinigd in ons beroep en juist nu komen de grote tekorten in alle takken van de sector op een schrijnende manier aan het licht. Het meest respectloze vond ik nog dat er Kamerleden wegliepen 15 minuten voordat er gestemd moest worden over de motie, waardoor deze niet kon doorgaan. Hoe durven ze, ik vind het een walgelijke actie.

Na het steeds opnieuw afwijzen van deze motie, ontstaat er ook discussie in de samenleving. Er wordt gevraagd:  ‘Gunt u de verpleegkundigen meer loon?’ ‘Jazeker, die mensen doen goed werk’, werd er dan gezegd. De volgende vraag wordt wat minder positief beantwoord. ‘Bent u bereid om daar wat meer zorgpremie voor te betalen, zodat deze mensen meer kunnen verdienen?’ ‘Nee dat niet’. Dus jullie denken dat we wel zoet gehouden kunnen worden met applaus en kleine cadeautjes? Dat voelt voor mij als een belediging. Wel ten alle tijde zorg verwachten, maar er niks voor over hebben.

Gelukkig zet PVV leider Wilders door en uiteindelijk wordt de motie, naar eigen zeggen van de ChristenUnie, per ongeluk aangenomen. Ik was hier echt heel erg blij mee, want het gaf een duidelijk tegengeluid tegen al die partijen die niks extra voor ons over hadden. Wat er vervolgens gebeurd had je  niet durven denken: men legt de motie naast zich neer en wil er niks mee doen.

De boodschap is duidelijk. Geen loonsverhoging voor de zorg.

Er wordt wel door minister Hugo de Jonge een zorgbonus beloofd van 1000 euro netto voor iedereen in de zorg die te maken heeft gehad met covid. Daar ontstaat een flinke discussie, want wie heeft hier recht op? Neem nou bij ons in het ziekenhuis: voor iedereen wordt het werk moeilijker. Van schoonmaker tot arts en alles wat er tussenin zit. Gelukkig besluit het ziekenhuis geen wig te willen drijven tussen zijn personeel en beslist de bonus aan iedereen uit te keren. Ik vind dat een mooi gebaar van waardering vanuit de Raad van Bestuur, want tot op heden hebben ze hier nog niks voor ontvangen vanuit de overheid. Vele ziekenhuizen hebben dit gedaan en daar is de overheid niet blij mee. Ze hadden een bedrag hiervoor beraamt en dat wordt nu overstegen.

Minister de Jonge heeft voor dit jaar ook nog een bonus beloofd voor de zorgmedewerkers van 500 euro, maar wel met striktere voorwaarden. Hij is hier tot nu toe nog niet op terug gekomen en mijn vermoeden is dat hij dat ook niet meer zal doen.

Hij gebruikt de zorgmedewerkers echter wel als argument om je maar aan alle maatregelen te houden. ‘Het water staat deze mensen aan de lippen’ en ‘de rek is er uit bij de zorgmedewerkers’. Zal ik je eens wat zeggen Hugo: die rek is er al jaren uit en de afgelopen tien jaar onder de kabinetten van Rutte hebben hier niks aan verbeterd, het is eerder nog verslechterd.

Het tekort aan IC bedden en reguliere bedden en de druk op de zorg wordt niet veroorzaakt door de covid. Dat gebeurd nu dankzij jullie bezuinigingen en de belachelijke eisen die worden gesteld aan de ziekenhuizen door het ROAZ! En nog hebben jullie er niks aan gedaan om sinds maart vorig jaar ook maar iets aan de situatie te verbeteren.

Er is geen geld om de lonen voor zorgmedewerkers te verbeteren, maar jullie kunnen wel miljoenen investeren in Europese landen en in de Bill en Melinda Gates Foundation.

Hugo en Mark ik voel mij in de steek gelaten door jullie. Ik zorg voor jullie volk, dus willen jullie dan ook voor mij zorgen?

Sanne Adrichem, verpleegkundige afdeling chirurgie